Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Personeel gezocht

Arbeidsmarkt

De Nederlandse arbeidsmarkt is krap. Sectoren als de horeca, bouw en de ict hebben al een tijd moeite om personeel te vinden. In de zorg hebben we te maken met wachtlijsten en scholen kampen met lesuitval. Het tekort aan technici zoals installateurs van zonnepanelen en warmtepompen remt de klimaattransitie. Waarom we voorlopig nog niet van deze personeelstekorten af zijn, lees je hier.

Arbeidsdeelname is al betrekkelijk hoog

Van alle 15-64 jarigen is 85% actief op de arbeidsmarkt, dat is fors hoger dan het EU gemiddelde van 75%. Binnen Europa ligt dit percentage alleen in een paar Scandinavische landen hoger. Bijna tien miljoen Nederlanders hebben betaald werk. In verhouding tot andere landen doen we dit vaker in deeltijd. Maar omdat we betrekkelijk laat met pensioen gaan, werken we in verhouding toch meer uren dan in veel landen om ons heen.

Arbeidsmarkt blijft krap

In 2040 is een kwart van de bevolking 65 jaar of ouder; de samenstelling van de bevolking verandert en daar is niet veel aan te doen. We verwachten dan ook dat de arbeidsmarkt de komende jaren krap blijft. Daar komt bij dat door de vergrijzing ook meer zorg geleverd moet worden, waardoor we in die bedrijfstak nog meer personeel nodig hebben.

In het vierde kwartaal van 2023 stonden er rond de 400.000 vacatures open; ruim boven het gemiddelde van circa 180.000 sinds het begin van de meting in 1997. Een van de gevolgen is dat werknemers makkelijker van baan wisselen, bijvoorbeeld vanwege gunstige arbeidsvoorwaarden zoals een hoger loon. Bij sommige bedrijven krijgen medewerkers die nieuwe collega’s aandragen een wervingspremie.

Rem op economische groei

De krapte op de arbeidsmarkt heeft gevolgen voor de economie en de brede welvaart. Als er structureel te weinig personeel is, hebben bedrijven grote moeite om hun productie uit te breiden, of zelfs op peil te houden. 

De verwachting is dat de beroepsbevolking tot 2040 jaarlijks gemiddeld met zo’n 13.000 personen zal toenemen. Dat is fors minder dan we de afgelopen decennia gewend waren. Dit zouden er ruim 110.000 moeten zijn om de groei van economie en welvaart op het huidige niveau te houden. Het zou gunstig zijn voor de economische groei als we met zijn allen meer gaan werken dan we al doen. Maar meer werken kan lang niet altijd, bijvoorbeeld vanwege zorg voor anderen of een studie.

Niet één simpele oplossing

Het aantal werkenden of gewerkte uren (het zogenoemde arbeidsaanbod) kunnen we niet eenvoudig uitbreiden, maar we kunnen wel proberen de vraag naar personeel te verminderen, bijvoorbeeld door efficiënter te leren werken, de productiviteit te verhogen of bepaalde taken niet meer uit te voeren. Daarvoor is het nodig om te investeren in onderwijs, technologische ontwikkeling, kennis en vaardigheden van werknemers of slimmere manieren om werk te organiseren. Ook het inzetten van technologische vernieuwing zoals kunstmatige intelligentie (AI) en robots kunnen hierbij helpen.

Lees meer

In ons bulletin Arbeidsmarktkrapte vraagt om breed maatschappelijk debat (dnb.nl) 

Voor de technische analyse van de gevolgen van de vergrijzing en aantal manieren om de negatieve gevolgen te beperken:  DNB Analyse - Arbeidsmarktkrapte: het nieuwe normaal? 

Wat mensen prikkelt om meer of juist minder te werken, lees je hier.

Ook hebben we onderzocht wat de bereidwilligheid is van werkloze Nederlanders om voor een baan naar een andere regio te verhuizen. De uitkomsten van dat onderzoek, in het Engels, staan hier: The Effect of Unemployment on Interregional Migration in the Netherlands

Lonen groeien

Doordat de inflatie sinds twee jaar hoog is en de arbeidsmarkt krap, zijn de lonen sterk gestegen. Want door inflatie gaat de koopkracht van werkenden achteruit. Hogere lonen stutten de koopkracht. Naast de forse stijging van de prijzen is de arbeidsproductiviteit (hoeveel we produceren per gewerkt uur) toegenomen en zijn er veel openstaande vacatures. Deze ontwikkelingen maken dat lonen stijgen. Dit geldt in het bijzonder voor bedrijven die goed in staat zijn de hogere kosten door te berekenen naar hun afnemers. Als reactie op de inflatie hebben sinds 2022 veel bedrijfstakken de lonen verhoogd. Dat is belangrijk om de koopkracht van huishoudens op pijl te houden. Voor de laagste inkomens heeft de overheid ook het minimumloon extra verhoogd.

Lees meer

Uit onderzoek van DNB blijkt dat onzekerheid in werk en inkomen vaak samenvalt met andere kwetsbaarheden, zoals hoge woonlasten, hoge energierekening, schulden en weinig financiële buffers. Lees hier meer uitkomsten van dit onderzoek en onze aanbevelingen.

In een wetenschappelijke studie gaan we uitgebreid in op de verschillen tussen flexibele en vaste contracten. De Engelstalige studie is hier te lezen: The price of flexible jobs: Wage differentials between permanent and flexible jobs in The Netherlands

Geen loon-prijsspiraal

Het verhogen van de lonen moet wel beheerst gebeuren. Want als de lonen te snel stijgen moeten bedrijven de prijzen van hun producten en diensten verhogen om de hogere loonkosten te kunnen betalen. Dat zorgt ervoor dat werknemers op hun beurt verdere loonsverhoging willen om de duurder geworden producten te kunnen betalen. Dit kan leiden tot een situatie waarbij hogere lonen zelf een belangrijke bron van inflatie worden. Dan werken loonstijgingen als olie op het inflatievuur. Als dat gebeurt, spreken we van een loon-prijsspiraal. Het is belangrijk om te voorkomen dat die ontstaat. Op dit moment is er geen sprake van een dergelijke spiraal en wij zien voldoende ruimte om de lonen te laten stijgen. Alle partijen in de samenleving kunnen bijdragen aan het voorkomen van een loon-prijsspiraal. Niet alleen de loongroei, ook de winstgroei van bedrijven zal beheerst moeten zijn. Daarnaast draagt DNB bij aan het voorkomen van een loon-prijsspiraal door invloed uit te oefenen op de inflatie. 

Arbeidsvoorwaarden zijn meer dan lonen

Naast lonen zijn er ook andere arbeidsvoorwaarden, zoals de contractvorm: vast, flex of zzp. De afgelopen decennia is de flexibilisering van de arbeidsmarkt snel gegaan. Daardoor zijn er minder mensen werkzaam in een vast dienstverband en juist meer mensen die werken in tijdelijke- of oproepcontracten of als zelfstandige zonder personeel (zzp’er). Eind vorig jaar telde Nederland 2,7 miljoen werknemers met een flexibele arbeidsrelatie en 1,2 miljoen zzp’ers. Om een idee te geven: het aantal vaste werknemers was 5,3 miljoen.

Wat voor soort banen hebben we? Uitgelegd in een taartdiagram.

Kloof tussen werknemers met vaste en flexibele contracten

Flexibele arbeidscontracten kunnen gewenst zijn, zodat werkgevers bijvoorbeeld tijdelijk mensen kunnen inhuren in piektijden of ter vervanging van personeel bij ziekte en zwangerschapsverlof. Maar werknemers met een flexcontract hebben minder zekerheid. Voor hen kan het bijvoorbeeld lastiger zijn om een hypotheek te krijgen. DNB wil dat de verschillen tussen een vast en flexibel dienstverband kleiner worden en dat flexibele contracten worden gebruikt als ze echt nodig zijn, niet omdat ze voor de werkgever goedkoper uitpakken. Dat vraagt niet alleen om het beter reguleren van flexibele contracten, maar ook om een aanpassing van het vaste dienstverband.

Lees ook

Ontdek gerelateerde artikelen